Overblijfhesje

Vriendin A is door de opper-overblijfmoeder gesommeerd haar fluoriserende hesje aan te doen. Dat Zijn De Regels. Hevig verontwaardigd vertelt A me het voorval. Ik ben ook overblijfmoeder, sta op het veld waar de kinderen spelen en heb ook mijn fluoriserende jasje aan. In haar woestheid heeft ze haar hesje half binnenstebuiten aangetrokken, dus samen doen we het goed terwijl A verdergaat: ‘Oké, het is laks dat ik steeds mijn hesje vergeet, maar het is dat enge, belerende toontje waarop het gezegd wordt. Dat jufferige toontje, gatver!’ Ja daar gaan onze haren van overeind staan. Ik ben eens door dezelfde moeder belerend toegesproken toen ik op een mooie lentedag de kleuters hun jas had laten uittrekken, wat volgens haar echt niet de bedoeling was. Al die jassen op een hoop! Op het plein! Luizen!

Al kletsend en fluoriserend lopen we door, hier en daar kinderen uit elkaar trekkend, troostend waar we kunnen. Dan duikt er een andere opper-overblijfmoeder als een haas uit de bosjes tevoorschijn. Ze volgt ons wel vaker, we vermoeden dat ze vindt dat we ons niet goed verspreiden. ‘De kinderen mogen niet achter die bosjes!’, zegt ze opgewonden, ‘Dat is een nieuwe regel. Ik heb er net even wat van gezegd.’ Eigenlijk bedoelt ze dat wij dat hadden moeten doen, want het is ons deel van het veld, zij staat altijd bij de oversteekplaats. Grommend vervolgen we onze ronde. Dan zie ik een meisje zitten. Alleen, met opgetrokken knietjes. Ze kijkt naar haar voeten. Ik vraag of het goed gaat. Ja hoor, alleen liep haar vriendinnetje net ineens boos weg en ze begrijpt niet waarom. Ze hebben geen ruzie gehad, ineens was ze kwaad weggelopen. Het vriendinnetje komt er schoorvoetend bij staan. ‘Waarom ging je nou weg? Heb ik iets verkeerds gezegd?’, vraagt het meisje. Het vriendinnetje mompelt dat er niks is.
Wat is communiceren toch complex.

Recent Posts

Leave a Comment