Modeshow

Wasgoed opvouwen was het laatste klusje dat ik van mezelf moest doen. Nu mag ik kleren uitzoeken voor de modeshow in Amsterdam vanavond; als publiek moet je er ook een beetje behoorlijk uitzien natuurlijk. De zwarte sneeuwlaarzen waar ik al weken op loop kunnen in elk geval niet. Maar mooie laarzen genoeg onderin de kast. Het probleem is de rest. Want alle jurkjes, tunieken en bloesjes lijken te koud en ik heb een hekel aan te koud. Zeker als ik wollen jassen en zwierige vesten uit de wintercollectie 2011/2012 voorbij zie komen.

Dus moet er serieus onderzoek worden gedaan naar een outfit, en daarvoor heb ik komend half uur gepland. Daarna moeten er praktische dingen gedaan en is het tijd naar het station te gaan. 
Als ik onderaan de trap sta, gaat de telefoon. Het is de buurvrouw van drie huizen verder die met schrikstem meldt dat ons konijn bij haar in de tuin zit. Ze staat al klaar met de poezenmand om het beestje te vangen, of ik ook kom? Wat kan ik zeggen? ‘Nee, vang jij dat k** konijn maar, ik moet naar een modeshow, EEN MODESHOW!’ Dat is niet aardig, dus sta ik even later ook in de tuin.

Lizzy, ons camelkleurige konijn met witte stip op neus, is intussen een tuin dichterbij gehupst en knabbelt tevreden op wat bladeren. Ik kruip tussen de struiken naar haar toe, de buurvrouw volgt met de mand. Maar ik heb al besloten Lizzy op te jagen en niet te vangen. Voor vangen is geen tijd. Mijn strategie is opjagen in de hoop dat ze in haar vlucht over de heg de springt. Want hoog springen kan ze. In een dolle lentebui heb ik haar eens met vier pootjes tegelijk de lucht zien ingaan, waarbij ze op het hoogtepunt nog een pirouette deed. Dus húp Lizzy! Denk voorjaar, denk voortplanting, denk lekker dol doen en spring. Spríng en gun mij nog wat styling-tijd. In gedachte struin ik alvast mijn kast af en kom op de zwarte, fluwelen broek die wel erg strak zit, maar voor vanavond geschikt is. Waar is die eigenlijk? Zag ik hem laatst niet onder een stapel ves… Nee! Lizzy zigzagt vliegensvlug terug naar de tuin waar het allemaal begon.
Niet vloeken, de buurvrouw staat er nog.

Neuriënd had ik in het schemerlicht van de slaapkamer zullen staan, omringd door sjaaltjes, bloesjes, jasjes en – oh natuurlijk daar ligt ie – de zwarte fluwelen broek. Oorbellen of ketting? Parfum op, lipgloss. Maar ik tijger op m’n knieën door nat struikgewas achter een konijn aan, bijna de plomp in – waar komt die vijver ineens vandaan? – terwijl de mistige schemer invalt en de klok doortikt. Glamour en catwalks bevinden zich samen met Karl Lagerfeld en Hans Ubbink op een verre, verre planeet.
Maar dan schiet Lizzy ineens de goede kant op en springt over de twee heggen naar huis. Ik kijk op mijn horloge: we zijn precies een half uur verder.

In het felle licht van de intercity naar Amsterdam pluk ik pluisbolletjes van mijn wollen jurkje. ‘Ik had geen tijd om kleren uit te zoeken’, zeg ik tegen mijn vriendin tegenover me. ‘Ach’, zegt ze, ‘Ik probeer niet eens hip te zijn bij dit soort gelegenheden. Onbegonnen werk. Ik trek iets aan waar ik me vooral lekker in voel.’
Gelijk heeft ze.

Recent Posts
Comments
  • anneke
    Beantwoorden

    :-O
    Heerlijk herkenbaar

Leave a Comment